Gebrüder Edelbrock
Zie Petit & Gebrüder Edelbrock
Andreas en Thomas Eggairts
Zij waren de zonen van Thomas Eggairts en goten in 1466 een klok in Friesland. Meer weten wij niet van hen.
Koninklijke Eijsbouts, Klokkengieterij en Fabriek van Torenuurwerken
Het bedrijf Eijsbouts werd te Asten in 1872 gesticht als een fabriek van torenuurwerken door Bonaventura Eijsbouts (1847-1920). Door de aard van het product kwam men dikwijls met torenklokken in aanraking. Somtijds werden die meegeleverd door ze bij reguliere klokkengieters te kopen.
Bonaventura werd opgevolgd door zijn zoon Jan (1878-1943). Deze gaf aan het bedrijf een aanzienlijke uitbreiding door vanuit Engeland beiaarden te importeren en die in Nederlandse torens te installeren. Na enkele beiaarden van klokkengieterij Taylor uit Loughborough kwamen die sinds 1925 uitsluitend nog uit de gieterij van Gillett & Johnston te Croydon. Luidklokken werden doorgaans betrokken bij Petit & Gebr. Edelbrock te Gescher.
Na het overlijden van Jan werd het bedrijf voortgezet door zijn zonen, de halfbroers Tuur (1908-1994) en Max (1922-1976). Van hen beiden was het Tuur die in 1947 de klokkengieterij stichtte. Reeds voor de oorlog experimenteerde hij in die richting, doch toen na de oorlog geen deviezen meer beschikbaar waren voor aankoop van beiaarden in het buitenland, startte Eijsbouts in samenwerking met Scheepsschroevengieterij Lips te Drunen een eigen klokkengieterij onder de naam Eijsbouts-Lips. De eerste gieting vond te Drunen plaats op 22 juli 1947. De samenwerking met Lips werd in 1953 beëindigd. Vanaf die tijd werden alle klokken te Asten gegoten. Eijsbouts goot zijn eerste beiaard in 1949 en wel als de Reizende Beiaard, hetgeen toen een grote nieuwigheid was. In 1968 werd ook kunstgietwerk aan het leveringsprogramma toegevoegd.
Na verschil van inzicht met zijn broer Max verliet Tuur het bedrijf in 1962. In 1972 verwierf de klokkengieterij het predikaat Koninklijke. Na het overlijden van Max in 1976 was de in 1949 in dienst getreden campanoloog van het bedrijf, André Lehr (*1929), directeur tot 1991. Na een kort intermezzo werd daarna Joost (*1961), zoon van Max Eijsbouts, de nieuwe directeur.
Het eerder genoemd kunstgietwerk werd geïntegreerd in de klokkengieterij zelf. Maar dat was met andere nevenactiviteiten allerminst het geval. Verschillende daarvan kwamen voort uit de fabriek van torenuurwerken. Zo poogde Eijsbouts in de jaren vijftig van de vorige eeuw grasmaaimachines te maken. Er werd zelfs een handelsfirma Bearo opgericht. Maar een succes was het allerminst. In 1975 werd een zelfstandige firma Machinefabriek Eijsbouts opgericht. Men kocht vervolgens het noodlijdende bedrijf Enkes Marine te Den Haag op waar lieren voor zeilschepen werden gemaakt. Die productie werd door de machinefabriek overgenomen. Ook nam men in 1969 de fabriek van torenuurwerken Addicks te Amsterdam over, een bedrijf dat voor de tweede wereldoorlog talloze beiaarden van Taylor had geïmporteerd en vervolgens geïnstalleerd.
Bovendien stichtte Eijsbouts klokkengieterijen elders of nam die over. De bekendste was de uit de beginjaren vijftig daterende Horacantus te Lokeren (B.), alwaar klokken voor België werden gegoten en zeer zware klokken waarvoor in Asten de capaciteit ontbrak. Ook nam Eijsbouts de noodlijdende klokkengieterij Feldmann & Marschel te Münster over en veranderde de naam in Monasterium. Vervolgens kocht Eijsbouts in het Zwitserse Rickenbach even ten noorden van Winterthur de al even noodlijdende klokkengieterij Eschmann. Al veel eerder, in 1962, had Eijsbouts tezamen met Petit & Fritsen de klokkengieterij van wijlen Marcel Michiels te Doornik overgenomen. Een jaar later echter verkocht Eijsbouts zijn deel weer aan Petit & Fritsen. Al deze nevenactiviteiten zijn tenslotte op niets uitgelopen. In 1988 bleef de Astense klokkengieterij als enige over en keerde de rust in productie en commercie weer terug.
De Koninklijke Eijsbouts heeft zich in de loop der jaren tot een belangrijke klokkengieterij ontwikkeld, en dat niet alleen voor nieuwe klokken en beiaarden, maar óók op het terrein van restauraties. Overal in de wereld vindt men Eijsbouts-klokken en Eijsbouts-beiaarden. De Nederlandse bedrijven Eijsbouts en Petit & Fritsen zijn letterlijk toonaangevend in de wereld. Opmerkelijk is bovendien dat het bedrijf altijd nauwe banden met de wetenschap heeft onderhouden, hetgeen tot vele vernieuwingen heeft geleid. Onder andere was dit de grote terts-klok die in samenwerking met de Technische Universiteit te Eindhoven in 1985 ontwikkeld werd.
bronnen:
“Het is alles Eijsbouts wat de klok slaat”. Een greep uit 125 jaar Eijsbouts-historie (Asten, 1997).
H.J.J.B. van den Brink, Q.A.M.Eijsbouts, C.J.M.Eijsbouts en A.C.H.I.Oostvogel, Genealogie van de familie Eijsbouts uit Asten (Eindhoven, 1998).
Laurens Elsinga
Laurens Elsinga begon zijn loopbaan als klokkengieter door samen met een zekere U.U. Bon te Midwolda klokken te gieten. Dat was in 1848. Dat Elsinga klokken ging gieten en bovendien te Midwolda is niet zo verwonderlijk, want hij was een zwager van Udo Andries van Bergen (1800-1879). De samenwerking met Bon zal van korte duur zijn geweest, want blijkens zijn latere klokken goot Elsinga sinds 1854 als L.J. Elsinga en Zoon. Zij hadden toen te Huizum bij Leeuwarden een gieterij. Maar in 1858 hadden zij een gieterij in Groningen en in 1861 tenslotte te Winschoten. Waren die plaatsen tevens hun woonplaats? Na 1861 horen wij niets meer over Laurens Elsinga.
Gijsbert van den Ende
Vrijwel zeker was hij een Amsterdams klokkengieter. Van hem is slechts een klok uit 1693 bekend; mogelijk ook een uit 1713. Zijn versiering heeft reminiscenties met die van de klokkengieters Koster. Bestond er een relatie tussen hen?
bronnen:
B.Bijtelaar, De Zingende Torens van Amsterdam (Amsterdam, 1947), p.45.
M.A.Brandts Buys, Lijst van Nederlandsche klokkengieters met enkele bizonderheden (’s-Hertogenbosch, 1925), p.8.
L.J. Enthoven
Hij was klokkengieter te Den Haag. Van hem is slechts een kleine klok uit 1849 bekend. Later zou hij als ijzergieterij bekend worden en in de jaren tachtig van de negentiende eeuw lantaarnpalen gieten.
Aerdt Ericx alias Stalle
Deze klokkengieter, hoewel geboren te Mechelen, werd aldaar in 1518 opnieuw als burger ingeschreven. Wij kennen hem slechts van een tweetal klokken uit 1536. Een daarvan goot hij samen met Jan I van den Ghein.
bron:
Marc & Karine van Bets-Decoster, De Mechelse klokkengieters (Mechelen, 1998), p.44-45.
Jasper van Erpecom
Hij was klokkengieter te Midelburg. Van hem zijn enkele klokken bekend uit de periode 1685-1691. Ook goot hij geschut. Een kanon uit 1694 is ven hem bekend.
Michael Everhard
Een klokkengieter uit Middelburg die aldaar in de periode 1754-1787 gewerkt heeft.. Tussen 1754-1760 werkte hij samen met Pieter van Belzen, eveneens uit Middelburg.
Willem Everts
Willem Everts wiens naam ook wel als Evers wordt gespeld, woonde in elk geval in 1614 al in Nijmegen. In de periode 1624-1639 werkte hij aldaar samen met Peter III van Trier en diens zwager Johan Philipsen. Anderzijds was hij in 1636 te Arnhem gevestigd waar hij ook als zelfstandig meester klokken goot. De laatste klok die wij van hem kennen dateert uit 1646. Tussen Everts en Van Trier bestonden nauwe banden. Maar of er van een familierelatie gesproken kon worden, werd tot op heden niet vastgesteld.
bron:
A, Dorgelo, De klokkengieters Van Trier en hun werk. In: Gelre, deel 60, 1961, p.1-90.
Jan van den Eynde
Jan van den Eynde alias Johannes a Fine zal in het begin van de zestiende eeuw in Mechelen geboren zijn. Hij kwam voort uit een geslacht van metaalgieters. Voor zover wij weten, goot hij slechts enkele klokken. In Nederland is hij vertegenwoordigd met een klok uit 1548 in Limburg. Hij werd echter vooral bekend door de vele tafelbellen die hij gemaakt heeft. De nu nog bekende bellen dateren uit de periode 1544-1558.
bron:
Marc & Karine van Bets-Decoster, De Mechelse klokkengieters (Mechelen, 1998).